Wat betekent dit voor mij?

De smartphone is onmisbaar geworden. We kunnen contacten onderhouden met mensen die we nooit zien. We hebben toegang tot oneindige informatie en dragen daar 24/7 aan bij. We besturen apparaten op afstand. We spelen individueel of gemeenschappelijk spelletjes. We verzinnen nieuwe statussymbolen. Maar met nieuwe mogelijkheden komen ook nieuwe problemen. De smartphone geeft ons zowel vrijheid als afhankelijkheid. En maakt ons slimmer en dommer.

Apps die te maken hebben met mobiliteit slokken maar een beperkt deel van onze tijd op. Met een minimum aan input worden heel veel dingen veel makkelijker. Kleine moeite, grote winst. De range aan mobiliteits-apps wordt nog iedere dag groter. Naast in Nederland veel gebruikte apps als Google Maps en 9292 zijn er tal van apps die op briljante wijze kleine of grote problemen voor ons oplossen.
Uber is een voorbeeld van een app die een groot deel van de wereld verovert heeft. De functionaliteit is inmiddels door vele andere apps gekopieerd. Libretaxi bijvoorbeeld is opensource versie. Iedere autobezitter op de planeet kan nu zijn eigen Uber beginnen. Tenminste, als de lokale wetgever niet in de weg zit.
Google zelf heeft naast Maps ook nog Waze als zelfstandige app. Met een andere, meer sociale inslag, een andere gebruikersgroep en andere voor- en nadelen. Belangrijkste verschil is echter dat gebruikers elkaar ook direct informeren, zonder bemoeienis van bovenaf: Niet de overheid, niet Google.
Whim is een ambitieuze poging om in één app en één abonnement zoveel mogelijk verschillende modaliteiten en aanbieders toegankelijk te maken voor gebruikers: Mobility-as-a-Service. Fiets nodig? Auto huren? Toch maar met de trein? Een paar taps in Whim en je kan de deur uit. In potentie een enorme revolutie in gebruiksgemak. Met mogelijk flinke ruimtelijke gevolgen.
WiFi Map is een app die ervoor zorgt dat je op elk vliegveld direct toegang krijgt tot een open WiFi-netwerk. De app weet het actuele wachtwoord al.
Airportr is een vooralsnog alleen Londense app van een service die op een afgesproken tijdstip thuis al je bagage ophaalt voordat je naar het vliegveld gaat. Makkelijk, maar in combinatie met digitaal inchecken betekent dat eigenlijk dat vliegvelden uiteindelijk geen grote vertrekhallen meer nodig hebben. Alles wat je daar doet heb je tenslotte vooraf thuis afgehandeld.

Andere apps richten zich op een heel specifieke doelgroep. Bijvoorbeeld mindervaliden. Het Nederlandse Crosswalk is een app waarmee zij zelf slimme verkeerslichten van afstand al kunnen bedienen. Zodat ze op groen staan als er er echt aankomen.

En dan zijn er de voorbeelden op de grens van mobiliteit. Pokemon Go is een uitdaging naar buiten te gaan, te bewegen en daarvoor steeds opnieuw beloond te worden. De Amsterdam Discovery Challenge-app probeert toeristen te verleiden andere delen van de stad te verkennen dan de platgetreden paden.

Al die apps en mogelijkheden zijn bereikbaar via een steeds breder palet aan hardware. Niet alleen je laptop thuis en je smartphone overal. Maar ook wearables als smartwatches, smart fabrics en AR-brillen. En implantaten als RFID-chips, AR-lenzen. Plus nog alle add-ons voor fietsen, motoren en auto’s. Zoals bijvoorbeeld het slimme fietsslot Linka. En de Smarthalo die van je fiets een verlengstuk van je smartphone maakt.

Maar met nieuwe mogelijkheden komen ook nieuwe problemen. De smartphone geeft ons zowel vrijheid als afhankelijkheid. Smartgear maakt ons slimmer en tegelijkertijd dommer. Er zijn neveneffecten. Hoe zit dat precies?

De enorme vrijheid die de smartphone ons biedt is gebruiken we in de praktijk nauwelijks. Veruit het meeste smartphone-gebruik is gewoon thuis op de bank of zittend voor een computer op het werk. Voor kinderen is het voortdurend contact kunnen leggen met ‘vrienden’ zo belangrijk geworden dat dat één van de redenen is waarom kinderen nog maar half zoveel tijd buiten doorbrengen dan vroeger.
Nomofobie is een dingetje geworden: No Mobile Phone Anxiety. Je móet hem bij je hebben. Altijd. Overal. Liefst ook in bed. Volgens wetenschappers heeft dat te maken met de ‘dopamine rush’ in je hersenen die je krijgt als iemand jouw foto deelt of liket etc. Smartphones zijn de drugs van het huidige tijdperk.

Omdat we altijd smartgear bij ons hebben hebben we dus ook voortdurend toegang tot digitale navigatie. Je stapt in de auto en voert je bestemming in in je TomTom. Je stapt op de fiets en je checkt Google Maps. In grote winkelmalls en op vliegvelden kun je op je schermpje precies zien welke winkel waar op welke verdieping zit. Die toename aan digitale navigatie-capaciteiten veroorzaakt echter een afname aan cognitieve wayfinding-vaardigheden.
De hippocampus is het deel van de hersenen dat ons geheugen en ruimtelijke gedrag regelt. Al lang is bekend dat taxi-chauffeurs in Londen een sterk vergrote hippocampus hebben. Dat komt door het uit hun hoofd leren van de structuur van de 25.000 straten in centraal Londen. Inmiddels komen wetenschappers erachter dat het omgekeerde ook waar is: Wie voortdurend op digitale navigatie vertrouwt doet aan ‘cognitive offloading’. Gevolg is dat een digitale fietser ten eerste niets meer leert over zijn fysieke omgeving, maar ten tweede zijn/haar hippocampus niet meer op de proef stelt. Met gevolgen voor je vermogen om zelfstandig je weg te vinden en waarschijnlijk indirect ook voor je geheugen. Met name op latere leeftijd.
Mensen met een beroep waarvoor bovengemiddeld ruimtelijk inzicht cruciaal voor hun functioneren is – zoals bijvoorbeeld architecten en topsporters – zouden zichzelf een veel restrictiever smartphone en navigatiegebruik moeten opleggen. Maar voor ons allemaal geldt eigenlijk precies hetzelfde.

 

Kent u zelf een interessant project op het gebied van de zelforganiserende burger, mobiliteit en de stad? Of heeft u een goed idee of een uitgesproken mening? Mail ons dan op info@emergent.city. Uw bijdrage is voor dit project zeer waardevol!
×