Het succesvolle ridesharing initiatief Lyft introduceerde in maart 2015, na 3 jaar rijden in San Francisco, opeens tientallen Hotspots: Haltes nabij kruisingen in de binnenstad waar mensen tegen een iets gereduceerd vast tarief op konden stappen. Met als doel om de Lyft Line service te stroomlijnen: Minder rondrijden en minder stops betekenen tenslotte lagere prijzen voor passagiers en hogere opbrengsten voor chauffeurs. Bovendien werd zo de overlast van ridesharing services die passagiers afzetten door her en der op fietspaden stil te staan enigszins bestreden.
Maar al na vijf maanden, in augustus 2015, werden de Hotspots weer afgeschaft omdat, aldus Lyft, ‘de meerwaarde niet gebleken is’. Het laat zien dat de worsteling tussen enerzijds on-demand oproepen via apps en anderzijds fysieke voorzieningen als een halte nog niet gestreden is. Er is een latent besef dat het proces van op- en afstappen efficiënter moet kunnen, ook bij on-demand services. Maar hoe?
Volgens Lyft hebben haltes geen meerwaarde in druk stedelijk gebied zoals het centrum van San Francisco. Het is daar eigenlijk overal zo druk dat verdere concentratie op haltes niet zinvol is. Maar is dat in Nederland ook zo? Is het niet eigenlijk andersom: Op het platteland zijn spreiding en on-demand van enorme meerwaarde, maar in de Hollandse stad met zijn gematigde dichtheden en beperkte wegcapaciteiten lijken bundeling en haltes toch iets toe te voegen. Daarom puur op intuïtie deze voorspelling: Het aantal bushaltes zal in Nederland de komende jaren enorm afnemen en dat is een goede zaak mits Mobility-as-a-Service goed van de grond komt. Maar op een lager niveau, in specifieke omgevingen en in een andere verschijningsvorm zal De Halte een nieuw bestaansrecht vinden. En daar moet dus een nieuwe vorm voor gevonden worden.
Reacties