Bepaalde plekken in het park worden heel anders gebruikt dan andere. Door andere gebruikersgroepen ook. Dit is in 2015 mooi in kaart gebracht door Nadia van Beek en gefotografeerd dor Ralf Rolotschek [zie boven]. Van Beek liet treffend zien hoe mensen vanuit een spontane vorm van zelforganisatie hun verschillende activiteiten heel logisch over het park spreiden. Alsof er stilzwijgend afspraken zijn gemaakt, waar iedereen zich aan houdt.
Hoe logisch die intuïtieve verdeling is, blijkt als je hem relateert aan een space syntax-analyse van de loop- en fietsroutes door Park Valkenberg. De ‘zonnende prinsessen’ van Nadia van Beek liggen op de meest zichtbare plek van Park Valkenberg, waar iedereen langskomt. Daar recht tegenover verzamelen zich de studenten. De ‘zoenende stelletjes’ daarentegen kiezen voor de stilste uithoek van het park. En 65-plussers komen blijkbaar in twee soorten: De ‘extraverten’ bij de hoofdingang waar wat te zien en beleven valt, en de ‘introverten’ juist aan de stille zijde. Diverse muzieksmaken hebben elk hun eigen plekje. Maar allemaal aan de zuidzijde van het park. Daar is minder verkeer en meer onderlinge afstand.
Welke les valt hier te leren? Dat een ontwerper in de publieke ruimte geen specifiek gebruik hoeft te ontwerpen, maar de burger verschillende condities moet aanbieden. Burgers zijn zelf prima in staat om die condities te zien en invulling te geven. Al naar gelang de eisen van dat moment, generatie op generatie. Het intelligent opgezette Park Valkenberg geeft ze daarvoor alle mogelijkheden.
Reacties