Over voetgangersstromen is in Nederland nauwelijks iets bekend. Alleen in de hoofdwinkelstraat van Nederlandse steden wordt eens in het jaar geteld. Space syntax biedt een uitweg uit deze situatie. Al eerder is op veel plekken in de wereld bewezen dat voetgangersstromen redelijk betrouwbaar met een space syntax-model voorspeld kunnen worden. In Nederland deed Edwards Stadsontwerp dat al eerder in de binnensteden van Maastricht en Hardenberg.
Onderstaande analyse van de binnenstad van Breda laat zien dat vestigingsgedrag van zowel winkels als horeca sterk samenhangt met de ‘closeness’-variable in space syntax. De zwarte vorm is wat volgens de Artifical Intelligence van Google het centrumgebied van Breda is. Daarbinnen is de Ginnekenstraat de hoofdwinkelstraat van Breda. Ook in het space syntax-model komt de Ginnekenstraat als economisch meest kansrijk naar voren. De aansluitende straten in het centrum, die in het model oranje en geel oplichten, zijn zoals overal in Nederland de belangrijkste vestigingsgebieden voor een mix van horeca en kleinere speciaalzaken. Horeca wil graag bij de drukte zitten, maar niet echt erin. En bijzondere winkels waarderen de wat lagere huren en avontuurlijker soort klanten in dit type straten.
Het enige opvallende verschil tussen het space syntax-model en de werkelijkheid is de route Veemarkt-Boschstraat. Daar zijn wèl winkels, terwijl het model zegt dat daar geen potentie voor is. Blijkbaar steunt deze route meer dan andere straten in het centrum op iets wat niet in deze berekening is meegenomen: Het NS-station. Alle reden dus om dat in vervolgstudies wel te doen.
Reacties