Onderstaand visualisatie geeft de gemeten fietsintensiteiten aan tijdens de Fietstelweek van 2016. Dat was de Fietstelweek die de meeste deelnemers trok en de meeste fietskilometers registreerde. Uit onderzoek blijkt dat telweek-deelnemers zeer representatief zijn voor de Nederlandse bevolking. Alleen scholieren zijn ondervertegenwoordigd.
Maar op basis van data alleen kun je geen uitspraken doen. Is het goed om te investeren op plekken waar veel gefietst wordt of juist op plekken waar dat minder gebeurt? En wat betekent een ingreep op een bepaalde plek voor het functioneren van een aanliggend winkelgebied? Wordt dat beter of misschien wel slechter?
Onderstaand kaartbeeld geeft weer hoe het Space Syntax-model verwacht dat fietsers door Breda bewegen. Op het eerste gezicht is al te zien dat het het model en de feitelijke fietstellingen redelijk overeenkomen: Op de punten waar ook de gemeente zelf telt is de correlatie met het model bijna 60%.
Er zijn echter twee grote uitzonderingen. Op de Terheijdenseweg werd in 2016 veel meer gefietst dan het Space Syntax-model verwacht. Dat was hoogstwaarschijnlijk vanwege de werkzaamheden bij het in aanbouw zijnde station. Niet heel interessant dus. De Hambroeklaan is wèl interessant. Volgens het model is dit een belangrijk tracé, één van de in potentie drukste van heel Breda zelfs. Maar de Fietstelweek registreerde minder dan 20% van dat verwachte aantal fietsers. Hoe dat komt? Eenvoudig omdat de verkeersoplossing voor fietsers disfunctioneel is. De steilheid in combinatie met veel te krappe bochten maakt dat je als fietser alle snelheid verliest. Met een paar niet al te ingewikkelde aanpassingen zou dat te verhelpen zijn.
Opvallend: Indien de uitzonderlijke Terheijdenseweg en Hambroeklaan in de analyse genegeerd worden brengt dat de correlatie tussen model en tellingen van 60 naar maar liefst 75%. Dát is een robuust fundament voor analyse, ontwerp en besluitvorming.
Reacties